Tatoeages zijn oorspronkelijk geïntroduceerd als vaste, externe referentiepunten om de patiënt nauwkeurig te positioneren ten opzichte van de beeldvormings- en bestralingsapparatuur. Aangezien tijdens de bestraling dagelijkse beeldvorming gebruikt wordt voor positieverificatie en anatomische controle, hebben wij onderzocht of tatoeages nog noodzakelijk zijn. Daarbij hebben we specifiek gekeken naar de impact van rotaties, die niet met een standaard behandeltafel gecorrigeerd kunnen worden. Het tatoeageloos behandelen biedt voordelen, zoals een efficiëntere werkwijze en een vermindering van de psychische belasting voor de patiënt.
Om praktische redenen zijn we gestart met patiënten die in de voorbereidingsfase zijn gescand met de MRCAT-techniek (pseudo-CT op de MRI) als plannings-CT. Wij hebben een werkwijze ontwikkeld waarmee deze patiënten zonder tatoeages bestraald kunnen worden, zonder gebruik te maken van een SGRT-systeem. Vervolgens hebben we deze aanpak uitgebreid naar bekkenpatiënten die een CT-scan ondergaan ter voorbereiding op de bestraling. Momenteel werken we aan de uitbreiding van deze werkwijze naar alle doelgebieden.