Mammografie is de standaardmethode voor de vroege detectie van borstkanker, maar kent beperkingen, zoals vals-negatieve resultaten bij dicht borstweefsel en ongemak door compressie. Borstkanker gaat vaak gepaard met mechanische afwijkingen of symptomen, zoals voelbare knobbels, ingetrokken tepels en verharding van de borst. Volgens de literatuur is kwaadaardig tumorweefsel 3 tot 6 keer stijver dan gezond borstweefsel, en is ook het gebied rond de tumor stijver. Dit heeft geleid tot de hypothese dat maligniteit leidt tot een meetbare toename in stijfheid van de aangedane borst, die vastgesteld kan worden door deze te vergelijken met de stijfheid van de contralaterale borst. Momenteel worden deze mechanische veranderingen subjectief beoordeeld door palpatie, en er is nog geen objectieve meetmethode beschikbaar tijdens mammografie. Dit vormde de aanleiding voor dit onderzoek naar het meten van borststijfheid tijdens mammografie.
Het onderzoek begon met een retrospectieve analyse van een klinische dataset, verkregen met een drukgevoelige paddle die de kracht en het contactoppervlak van de borst kan meten tijdens compressie. Met deze informatie kan de stijfheid van de borst worden bepaald. Vervolgens werd een gecontroleerde studie met siliconen borstfantomen uitgevoerd om de haalbaarheid van stijfheidsmetingen te valideren met een nieuw ontwikkeld systeem. Hierbij werd tevens onderzocht of een 3D-camerasysteem geschikt is voor het verkrijgen van de benodigde data. Na goedkeuring door de Medisch Ethische Toetsingscommissie (METC) werd een pilotstudie gestart met gezonde vrijwilligers en vrouwen die een borstsparende behandeling hebben ondergaan. In vervolgonderzoek zullen borstkankerpatiënten worden geïncludeerd en zijn klinische studies nodig om de relatie tussen borstkanker en borststijfheid verder te onderzoeken.
Indien borststijfheid objectief gemeten kan worden tijdens mammografie, kan dit bijdragen aan een verbeterde en mogelijk nauwkeurigere borstkankerdiagnostiek.